BACK TO THE ROOTS
Tja, zo kon ik mijn reis in Indonesie wel een beetje noemen: back to the roots. Een deel van mijn voorouders komen namelijk uit Indonesie maar ikzelf ben geboren en getogen Nederlander. Maar met de wetenschap van mijn komaf was de reis naar Indonesie iets meer beladen dan normaal.
In 1994 bracht ik anderhalve maand door in dit land met zijn duizenden eilanden. Ik bereisde de eilanden Sumatra, Java en Bali en bezocht er alle hoogtepunten.
Op Sumatra begon de tocht in Medan, de hoofdstad. Meteen een aanval op al je zintuigen: je komt ogen en oren tekort in deze stinkstad. Automobilisten rijden met een hand aan het stuur; de andere hand leunt permanent op de claxon. Als je in deze stad bent is het nauwelijks te geloven dat er zoveel moois is in Indonesie.
Maar vanuit Medan gingen we naar Gunung Leuser NP waar het Bohorok rehabilitatie Centrum voor Orang Utans is. Een prachtig regenwoud welke helaas serk onder druk staat vanwege de oprukkende bevolking en bijbehorende landbouw. Ik heb inmiddels begrepen dat het park sterk is ingekrompen. Orang Utans (People from the Forest) komen op vele van Indonesie‘s eilanden voor maar door de toenemende ontbossing staat de soort erg onder druk. In Bohorok worden weesjes, gewonde orangs of uit gevangeschap ingenomen apen weer geleerd te leven in het woud. Dat gaat stukje bij beetje en het was hartverwarmend om te zien hoe de verzorgers met de dieren omgingen.
Vanuit Gunung Leuser ging de route naar het beroemde Toba meer met het eiland Samosir er middenin. Een geweldig mooie omgeving met watervallen en leuke dorpjes. Mooi gebied voor wandelingen en dat deden we dan ook. Via Padang Sidempuan (stad van mijn familie!) ging de tocht over de evenaar naar de stad Bukitingii, de hoofdstad van de Minangkabau cultuur. Hier hebben vrouwen het voor het zeggen! en Bukittingi. Wederom een prachtige omgeving om te wandelen, zoals in de karbauwenkloof.
Eenmaal op Java was het vooral tijd voor cultuur. De tropische tuinen van Bogor, de beroemde boedhistische tempel Borobudur en de prachtige hindoeistische tempel Prambanan. Erg indrukwekkend maar dat waren ook de vele kleinere tempels die we onderweg bezochten. Qua natuur waren Pangandaran NP, het Dieng-plateau met het Bromo kratercomplex en het Meru Betiri NP absolute hoogtepunten. En Yogyakarta was een erg leuke stad.
Bali is natuurlijk erg toeristisch maar plaatsjes als Ubud spreken toch tot de verbeelding. Het eiland is zuiver hindoeistisch en kent mooie tempeltjes. Jammer genoeg wordt het zuiden (Sanur Beach etc) gezien als het Spanje voor Australiers met alle negatieve gevolgen. Wij verbleven in het noorden (Lovina Beach) welke in 1994 in ieder geval veel minder ontwikkeld was.
Ja, Indonesie is een prachtig land om rond te reizen. Deze grootste moslim-staat ter wereld (ja, werkelijk waar) kent een bevolking die zich mag rekenen tot de vriendelijkste op deze aardbol. De steden zijn weliswaar typisch Aziatisch (groot, vies, lawaaierig) maar buiten de steden vergaap je je aan het natuurschoon. Voor mij is het een regelrechte aanrader; en dan heb ik niet eens de andere eilanden gezien! |