 |
 |
| Onze reis in Afrika hebben we gedaan met een eigen auto. Bijna twee maanden waren we op zoek naar een 4WD auto, waarbij we in eerste instantie de keuze wilden nemen tussen de Toyota Landcruiser, Landrover Defender, Nissan Patrol en de Mitsubishu Pajero. Vanwege de beschikbaarheid van reserve onderdelen in Afrika werd de zoektocht al gauw beperkt tot de Toyota en de Landrover. Om een lang verhaal kort te maken: het werd de laatste. Onze auto werd een Landrover Defender 110 uit 1987. Van doorslaggevend belang voor onze keuze was de lengte van de auto in combinatie met het feit dat de auto een grijs kenteken heeft: we kunnen in de auto slapen! En dat vonden we toch wel erg prettig. We wisten uit ervaring dat we in redelijk "remote areas" zouden komen zodat wild kamperen noodzakelijk werd. Dan is het alleen al uit veiligheidsoverwegingen prettig dat we in de auto konden slapen. We namen overigens ook nog ons tentje mee. Daarnaast was een erg belangrijk argument dat de diff-lock van de landrover de sterkste is in het veld: geen enkele auto kan nog vooruit waar de landrover in diff-lock nog voort ploegt! De auto was bovendien voorzien van veel extra's, zoals een volledig roofrack, snorkel (verhoogd luchtfilter) en een tweede benzinetank. De motorinhoud was 2500 cc, hij reed op diesel en ... het stuur zat aan de rechterkant! Dat is een groot voordeel in de delen van Afrika die wij aandeden, want daar rijden ze allemaal links. Na een stevige onderhoudsbeurt en wat reparaties reden we nog enige tijd in Nederland rond om aan de auto te wennen en ook een dag 4WD-cursus hebben we nog gedaan. In mei 2002 werd de auto verscheept naar Tanzania, Dar Es Salaam waar wij hem na een kleine maand ophaalden (zie verslagen). De volgende zaken hebben we nog veranderd c.q. toegevoegd aan de auto:
|
|
